Scene 5: drie detectives.
(Muziek. in een schoenenwinkel: stoelen in het midden om schoenen te passen, passpiegel, rekken met schoenen, kassa. . Julia staat achter de kassa. Er staat een tuttig kantoortypje te bellen, er is een moeder met haar verveelde tienerdochter.
Moeder 2: (houdt paar schoenen omhoog) Ik dacht deze.
Dochter: Niet doen, mam.
Moeder 2: Ze zijn toch best leuk? En ze geven voldoende steun, ik heb het gisteren nog op internet opgezocht. Je bent nog in de groei Daantje, dan moet je goede schoenen.
Dochter: Ja hoor, ma. Die schoenen zijn zo saai, ik wil New Balance.
Moeder 2: (kijkt om zich heen) Hebben ze dat hier?
Dochter: Nee. Maar ik wou hier ook niet heen, weet je nog?
Moeder 2: Maar we kopen hier al je schoenen vanaf dat je (wijst met haar hand een kleuterlengte aan. Twee tienermeiden passen pumps en giechelen).
Tiener 1: Wow daar komen je kuiten mooi in uit.
Tiener 2: Doe normaal (kijkt) echt? Waarom?
Tiener 1: Je hebt mooie kuiten (ze lachen). Wat een achterlijk woord, kuiten.
Tiener 2: Kui-ten.
Tiener 1: Kom we maken een kuitenselfie van je kuiten.
Tiener 2: Waarom?
Tiener 1: Dan kijken we op facebook wie ziet ze herkent.
Tiener 2: (trekt gezicht) Doe normaal.
Tiener 1: Wedden dat Joey het meteen goed heeft? (gieren van het lachen) Die kleine viezerik. Die kijkt je dus nooit recht aan, altijd op kuithoogte. In het beste geval (lachen).
Tiener 2: Kuithoogte!! / Misschien is ie verlegen.
Tiener 1: Wow jij bent naïefig, geeft niks (pakt mobieltje).
Tiener 2: Rot op ik maak geen ‘kuitselfie’… (Tiener 1 achtervolgt haar tot ze de eigenaresse tegenkomen).
Eigenaresse: Alleen maar passen, of kopen we nog wat, dames?
Tiener 1: (klikt per ongeluk af en maakt zo een foto van de eigenaresse) Oeps.
Eigenaresse: Wissen die foto. Nou?
Tiener 2: Kopen (Tiener 1 en Eigenaresse verbaasd). Maar eerst nog even passen.
(Bo en Amanda komen in de winkel en zoeken Julia, deze ziet hun en loopt direct op hen af).
Julia: Jullie komen vast niet voor de grap. Brief gekregen? (Bo en Amanda pakken de brief uit hun zak).
Amanda: We willen met je praten Jules.
Julia: Sorry maar dat kan nu niet, ik werk. Kom na sluitingstijd maar terug.
Bo: Als Sofia echt is vermoord…
Julia: Ssst! (kijkt om zich heen, de kantoorjuf heeft het gehoord maar gaat door met haar gesprek).
Julia: Wat willen jullie van me? En jij al helemaal. We mogen elkaar niet eens. Hoeveel kinderen heb je ondertussen? Veel zo te zien.
Bo: Geen een, uiteindelijk ook niet getrouwd. Ik werk in een Mc Donalds om rond te komen.
Julia: Oh. Okee. Niet getrouwd geen kinderen, prima.
Bo: Ik was niet zo heel leuk (Julia trekt een gezicht). Leuk Julia, ik bedoel dat ik na Sofia ’s dood… ik had er last van. Het was ook niet niks en god wat waren we jong nog.
Ammanda: Dat zijn we nog steeds.
Julia: Zo voelt het soms niet.
Bo: Toen de brief kwam draaide mijn maag om, en ik had niet eens zo’n goor Mc broodje op. Ik wil weten wat er aan de hand is, Julia, het onderzoeken.
Julia: (lacht) Pardon? Heb je er wel eens aan gedacht om de politie in te schakelen.
Amanda: Absoluut niet, eerst weten wat er aan de hand is. Een moord Julia, Jezus.
Julia: Geloof je dat serieus? Dat iemand Sofia heeft vermoord? Waarom? Het was een gemene kuttekop ja…
Ammanda: (grijnst ontroerd) Dat was ze zeker.
Julia: Maar niet interessant genoeg om te vermoorden. Je denkt toch niet dat Nicky… (kijkt Bo aan en lacht). Je bent gek, Nicky zou dat niet doen. Om dat eindexamen zeker, dag!
Ammanda: Ik denk Irene omdat ze haar feestje aan het verpesten was. Of Irene en Liz samen, nog leuker (kijkt Bo aan). Sorry er is niks leuks aan.
Bo: Liz was er kapot van, ze is er nooit goed overheen gekomen.
Julia: Ze moet niet zeiken, haar moeder heeft haar uit de pers weten te houden. Met die twee hoef je echt geen medelijden te hebben Bo, denk maar niet dat zij bij de Mac moeten werken.
Ammanda: Zozo, da’s een hoop frustratie. Ben je dat maar weer kwijt hè? (de kantoorjuf komt met haar telefoon en één schoen aan en gebaart onduidelijk en boos). Wat wil dat wijf?
Julia: Weet ik veel (tot kantoorjuf) Zeg wat wilt u nou precies? (kantoorjuf gebaart dat ze stil moet zijn en gaat met een oor dichtgedrukt verderop staan, Julia haalt haar schouders op). Wat willen jullie precies?
Ammanda: Eigenlijk kwamen we om je te ondervragen maar dat durfden we toch niet dus nu willen we je vragen mee te denken. Mee te doen dus.
Bo: Als we gaan kijken wie die brieven heeft gestuurd.
Ammanda: En of Sofia is vermoord. Wat zeg je ervan?
Klant:(tot Collega) Mag ik u wat vragen?
Collega: Natuurlijk mevrouw. Wat kan ik voor u doen?
Klant: Ik heb (haalt twee schoenen uit de doos) deze schoenen hier gekocht, anderhalve week geleden.
Collega: Dat kan, en?
Klant:Ik heb me toch zere voeten.
Collega: Oh nou dat is niet zo mooi. Heeft u ze vaak aangehad?
Klant: Iedere dag, maar ik hield het gewoon niet meer.
Collega: Het is normaal hoor dat het zeer doet bij het inlopen hoor (kijkt naar Klant).
Klant: Oh… dan ga ik maar weer.
Collega: Maar misschien is de maat niet goed, komt u maar dan kijk ik even. (lopen naar het bankje)
Julia: Iemand weet blijkbaar iets.
Amanda: Of herinnert zich iets, dan kan ook toch?
Julia: (niet gemeend) Vast wel na 5 jaar.
Amanda: Niet?
Julia: Weet ik veel.
Bo: Waarom zo mysterieus met brieven, heeft iedereen zo’n brief gehad? Sacha ook?
Amanda: Ik belde met Deb, zij zegt van wel.
Bo: Hoe is het met Deb?
Amanda: Top, doet iets in een bedrijfje met dieren ofzo.
Julia: En medicijnen, wedden? Zij wist toen ook veel van medicijnen toch?
Amanda: Deb is lief, hou je kop. Ik denk dat Irene het heeft gedaan dat maffe kind. Beetje debiel in de regen dansen, maar ondertussen…
Julia: (lacht) Nee jij bent lekker in je hoofd wou je zeggen?
Amanda: Samen met Liz (fantaseert). Twee rijke zussen.
Julia: Doe normaal: Liz was kapot van Sofia ’s dood.
Bo: Ik heb dat nare zusje van Annicca altijd heel eng gevonden. Die kleine ijskoude berekenende…
Amanda: Mee eens, we moeten bij haar zijn.
Julia: Jij bent echt een detective van niks. Dit schiet niet op.
Eigenaresse: Inderdaad.
Julia: (draait zich om) K*t… mevrouw Raasdonk.
Bo: (tot Julia) Dus als je sport heb je sportschoenen nodig?
Julia: Ehm … ja. En helaas is onze sportschoenencollectie niet heel groot.
Eigenaresse: (baalt) Ehm, maar we hebben wel sportieve schoenen (lacht) voor als u naar het sportveld gaat… Loopt u even mee? (bits tot Julia) Kassa.
(Julia gaat naar de kassa)
Collega: (kijkt naar de blote voeten van de Klant) Oh mijn god.
Klant:Wat is er?
Collega: U heeft nogal … ehm…
Klant:(kijkt naar haar voeten, verbaasd) Schimmel…
Collega: Mevrouw Raasdonk, wilt u even komen?
Klant:Dat komt dus door die kloteschoenen van jullie. Ik wist het, die ventileren niet.
Collega: Mevrouw Raasdonk?
Klant: Daar krijg je gewoon schimmelpoten van.
Eigenaresse: Niet zo hard. Wat is er aan de hand?
Collega: (wijst) Voet…
Klant:(steekt haar voet omhoog) SCHIMMEL!
Collega + Eigenaresse: Ssstt!
Eigenaresse: Wilt u alstublieft uw schoenen weer aantrekken, dit zegt niks.
Klant:Ik steek mijn voeten in uw schoenen en ze schimmelen er bijna af, bent u gek geworden?
(Tieners komen erbij staan).
Tiener 2: We hadden een vraag.
Eigenaresse: Weg jullie (tieners kijken naar de voeten van Klant, daarna elkaar aan).
Tiener 1 + Tiener 2: Iew (lopen giechelend vol afschuw rechts af. Amanda en Bo zijn bij Julia gaan staan, bij de kassa dus. De tienerdochter heeft toch de schoenen gekozen die haar moeder wil dat ze draagt. Ze baalt zichtbaar.)
Julia: (tot dochter) Of wil je ze meteen aan?
Dochter: (kijkt heel vuil naar haar moeder) Nee bedankt.
Julia: (Geeft de tas met schoenendoos). Jullie ook bedankt. (moeder en dochter lopen naar R-voor).
Moeder 2: Hartstikke leuk, mag ik ze lenen?
Dochter: Je mag ze hebben.
Moeder 2: Daantje kom op, deze zijn beter voor je.
Dochter: (is het zat, op gedempte toon) Geef me geld.
Moeder 2: Wat bedoel je Daan.
Dochter: Ik ben er helemaal klaar mee, €80- of nee: 90.
Moeder 2: Daantje…
Dochter: Ik heet Danielle en dit was de laatste keer dat wij samen schoenen kopen. Geef op, €90-
Moeder 2: (pakt maar portemonnee) Maar…
Dochter: Of ik ga hier keihard schreeuwen. Ik ben 15 ma en je bepaalt nog steeds wat voor schoenen ik aan moet. Ik ben er klaar mee (rukt het geld uit haar handen en loopt weg).
Moeder 2: Daan….
Dochter: (loopt boos terug, nog steeds op gedempte toon) Ik kom straks thuis met New Balance ma. En ik heb een vriend, en hij komt niet eten want ik schaam me kapot met zo’n moeder (af).
Moeder 2: Een vriend? (bedenkt zich iets heel ergs) Daan, wacht! (af)
Julia: Jullie kunnen er niks van (tot Amanda) jij denkt dat iedereen het heeft gedaan en jij wil wraak omdat je leventje niet op een sprookje lijkt.
Bo: Dat is zo… (bedenkt zich) … waar.
Amanda: (schrikt, tot Julia) Jij bent de moordenaar.
Julia: (zucht) Okee ik doe mee. Maar alleen als we terug gaan naar dat bungalowpark. Met z’n allen, zodat niemand kan vluchten. We confronteren de moordenaar en de brievenschrijver zo met elkaar.
Amanda: (vindt het cool) Confronteren.
Bo: Goed plan, ik kijk wie ik nog in m’n telefoon heb.
Amanda: Zeg dat jij ook bent gebeld, zorg dat mensen niet weten dat wij erachter zitten.
Julia: Waarom dat?
Amanda: Weet ik veel, voelt lekker mysterieus.
Bo: Straks is het waar. En dan? (de drie kijken elkaar aan, weten het ook even niet). Ik kan het me niet voorstellen dat één van ons Sofia…
Julia: We zien wel, ik ga weer aan het werk. We bellen (draait zich om, staat oog in oog met de kantoorjuffrouw die is gestopt met bellen). Ah, u bent zo ver.
Kantoorjuffrouw: Deze in het blauw zei ik toch?
Julia: Mevrouw, ik kan geen gedachten lezen en ik ben slecht in gebarentaal.
Kantoorjuffrouw: Dat blijkt. Blauw (kijkt hoe laat het is) Ik moet over een kwartier terug zijn.
Collega: (komt er bij staan met de schimmelschoenen). Kijkt u eens… (kijkt Julia lachend aan).
Kantoorjuffrouw: (tot Julia) Zo kan het ook.
Julia: Inderdaad, ik zal de doos voor u pakken.
Kantoorjuffrouw: Hoeft niet ik doe ze meteen aan.
Julia: Prima mevrouw.
Collega: Veel plezier ervan.
Eigenaresse: (tot klant die tevreden vertrekt met vier paar schoenen) Prettige dag nog (klant maakt yes-gebaar en gaat af).