Wat leert mijn kind van theaterles?

Je hebt je kind op toneel gedaan, maar wat leert hij of zij daar eigenlijk?
Iets leren is iets anders dan iets doen, als je mooi toneel hebt gespeeld heb je dan geleerd om mooi toneel te spelen?
Helaas niet. Leren binnen deze kunstvorm is een samenspel tussen weten, ervaren, begrijpen, toepassen en creëren. De mate waarin je kind hier aan toekomt hangt af van een aantal persoonlijke kenmerken waarbij het eigen karakter en de eigen biografie bepalend kunnen zijn. Maar ook leeftijd speelt hierbij een grote rol.

De titelvraag van deze pagina is eenvoudig, het antwoord kan niet eenduidig generiek worden gegeven. Toch stip ik hier een paar kwaliteiten aan.

Zelfvertrouwen: je ervaart bij toneel dat je op jezelf kunt vertrouwen. Hoe eerder jij je tekst kent hoe meer ‘vrije repetities’ je hebt: los van een boekje ervaren dat jij het kan. Dit wordt gevoed door de medespelers en natuurlijk de regisseur. Zelfvertrouwen is niet iets dat je kunt leren, het groeit over langere periode aan ervaringen. Sommige lunettentoneelveteranen kunnen aangeven dat ze zich krachtiger voelen wanneer ze acteren dan daarbuiten. Het trainen van emoties, daadkracht, humor enzovoorts heeft in ieder geval nooit een negatieve invloed gehad op de ontwikkeling van iemand. Ik kan de groei van zelfvertrouwen dus niet claimen, maar wel aangeven dat de kans op groei ervan op de spelvloer wordt vergroot.
Discipline: werkethos, tekst kennis, afspraken nakomen, wachten… het is allemaal een onderdeel van samen werken aan een productie. Lees eens de reacties van ex-spelers, sommigen hebben door lunettentoneel discipline kunnen oefenen.
Kunstbegrip: theater als kunstvorm bestond al ruim vóór onze jaartelling. Hoe langer je op toneel zit (hoe ouder je wordt) hoe complexer de kennis over theater is waar je mee in aanraking komt. Een kunst/cultuurgevoelig mens begrijpt de wereld om zich heen beter.
Zelfkennis: niets is vager dan uitspraken als  ‘je leert jezelf kennen’ of ‘je komt jezelf tegen’… Zaken als spelrichting en verstaanbaarheid confronteren jonge spelers al gauw met hun eigen grenzen, het leuke is dat het nooit om de spelprestatie gaat maar om je groei. Oftewel je wordt er niet op afgerekend wat je niet kan maar er wordt gevierd wat je wél kan: je mag wat te groeien hebben. Maar je leert van anderen en van je regisseur terwijl je zelf speelt. Zo weet je hoe je speelt, kom je erachter hoe je in elkaar steekt als het hierom gaat en dit kan het effect hebben dat je zelfkennis wordt vergroot. Soms verras je jezelf en anderen, soms voel je dat je kan of moet groeien om een doel te bereiken en vooral wat dat dan met je doet.

Weet dat Lunettentoneel hoe dan ook een veilige plek is om risico’s te nemen zodat je ook echt de kans krijgt om tot leren te kunnen komen.