[Muziek. Over het podium verspreid staan een aantal afgehakte bomen >zie bijlage< Moedergeit komt vermoeid op met haar lachende duwende kindjes. Ze wordt gek van de drukte).

Moedergeit: Okee jongens, stil nou even.
Geitje 1: Wooow wat is hier gebeurd?
Geitje 2: Waar zijn de bomen heen?
Geitje 3: Ja waar zijn de bomen heen, zijn ze weg?
Geitje 2: Ja zijn ze weg? Waar naartoe?
Moedergeit: (vermoeid) Even stil.
Geitje 4: Ja waar naartoe? / Zullen we tikkie spelen?
Geitje 1: Jaaa (tikt Geitje 2) TIKKIE!
Geitje 2: Da’s niet eerlijk! / Mam…
Moedergeit: ZITTEN NU! (Alle geiten behalve Geitje 2 gaat snel zitten, Geitje 2 wijst nog naar Geitje 1)
Geitje 2: Maar…
Moedergeit: (maakt dreigend geluidje Geitje 2 gaat boos zitten) Zo… dit is wat ik jullie wou laten zien.
GEITJES: Wooooh.
Geitje 3: Cool…
Moedergeit: (sluit even haar ogen, opent ze weer) Nee dat is niet cool. Dit heeft de koningin laten doen.
Geitje 5: …Houdt ze niet van bomen?
Moedergeit: De koningin denkt dat het bos van haar is en dus pakt ze het, en het is niet cool. De Koningin is niet cool, ze is gevaarlijk: (vinger) een gevaarlijke Koningin okee?
Geitje 2: Want je moet goed zijn voor het bos, ja toch?
Moedergeit: Precies. Maar niet iedereen snapt dat.
Roodkapje: (R op) Oh hallo.
Moedergeit: Ah, huh? Ben jij de oppas?
Roodkapje: Nee ik ben Roodkapje. Alles goed? (kijkt) Wat hebben jullie met het bos gedaan?
Geitje 4: Wij niet. De Koningin.
Moedergeit: Ze gebruikt de bomen voor haar bruiloft.
Roodkapje: Oh ja dat hoorde ik. Voor bungalows en een groot podium (kijkt om zich heen) Nou, er blijft niet veel van over zo. (wijst R) Het bos bij de heks is afgebrand.
Moedergeit: Echt waar?
Roodkapje: Net als de heks zelf, maar dat was een kwestie van tijd natuurlijk (kijkt naar de geitjes). Lieve kindjes heb je.
Geitje 2: MAM (wijst naar Geitje 3) Zij liet een boer!
Geitje 3: Sowieso niet, dat was een scheet!
GEITJES: Iiiew!
Roodkapje: Maar ook … speciaal (Muziek: Wolf L op) Holy shit de wolf.
Moedergeit: (tot kinderen) Verschuil je achter een boom!
GEITJES: Huh?
Roodkapje: Geen stap dichterbij maat, ik kan karate! (gaat in karatehouding staan)
Wolf: (tot Moedergeit) Bent u… Gerda? Ik ben van de oppascentrale.
Roodkapje: (lacht) Oké dat is de slechtste truc die ik ooit heb gezien…
Wolf: Wat bedoel je?
Roodkapje: ‘Ik zal op uw kinderen passen, ik ben dol op kinderen. Vooral met kruidenboter en gebakken aardappeltjes’.
Wolf: (ontzet) Alsof ik… Ik ben veganist ja?!
Moedergeit: Hee ik ook!
Roodkapje: (tot moeder) Trap er nou niet in! (wijst) Dat is een wolf…
Wolf: Etnisch profileren is zo 2020, alsof wolven niet verstandig kunnen zijn. (ziet de afgehakte bomen) Oh nee hier ook al…. Het bos! Het prachtige bos… (huilt een wolvenhuil, de geitenkindjes komen voorzichtig dichterbij en huilen een wolvenhuil mee).
Roodkapje: Oh dit is wel een soort van mooi (tot moeder) Toch?
Geitje 1: Mam ik ben een wolf, kijk maar (wil weer huilen).
Moedergeit: Ik heb het gehoord schat, laat maar.
Geitje 1: (tot Roodkapje) En jij vindt de wolf stom.
Roodkapje: Oh ja nee sorry, ik heb niet zulke goede ervaringen met wolven.
Geitje 4: (vinger) Je kan niet iedereen over een kam scheren.
Geitje 5: (tot Wolf) Jij mag op ons passen hoor (aait de wolf). Braaf.
Geitje 3: Je bent een lieve wolf.
Wolf: Dat is aardig.
Moedergeit: Ze luisteren niet zo heel goed, sorry.
Wolf: (tot geitjes) ZIT (geitjes gaan zitten als hondjes tong uit de mond) Oh dat valt wel mee, ik red me wel.
Moedergeit: (zucht blij) Kan ik eindelijk even shoppen.
Roodkapje: Oeh, ik ga met je mee.
Wolf: Ga naar Dennies, daar hebben ze cappuccino’s met havermelk.
Geitje 3: Wat is een haver?
Wolf: Da’s een graansoort.
Geitje 2: Wow, hoe melk je een haver?
Geitje 1: Ja, waar zitten z’n uiers?
GEITJES: Ja…!
Moedergeit: Dag kindjes!
GEITJES: Dag mamaaa!
Wolf: Kom, we gaan uitzoeken hoe we bomen kunnen planten!
GEITJES: JAAAA! (Moedergeit zwaait)
Roodkapje: Tijden veranderen (loopt met Moedergeit naar L).
Moedergeit: Zeker (L af)
Wolf: Kijk hier ligt een eikeltje.
GEITJES: Lachen.
Geitje 5: (wijst naar Geitje 4) Hij is ook een eikeltje.
Geitje 4: Stop hou op!
Geitje 5: Mama zegt het zelf!
Wolf: Dat is niet aardig. Maar als je deze in de grond stop (trots) groeit er een nieuwe boom uit… En je kan er thee van trekken.
Geitje 2: SAAI! Eerst tikkertje (tikt de Wolf) Jij bent ‘m (muziek, de Wolf rent achter de geitjes aan die gillend van het lachen wegrennen. Dan komen de Biggen op, ze schrikken zich wild als ze ineens oog in oog staan met de Wolf).
Big Becky: Oh kak. Een wolf.
Big Britt: Dé. Het is dé wolf. En ze zit achter de geitjes aan.
Geitjes: (zwaaien) Hoooooi!
Big Bruno: En die maken geen bezwaar. Haal de Jager.
Wolf: Stop. Ik kan het uitleggen. (Licht uit. Licht aan: muziek. De Wolf vertelt honderduit. De geitjes en biggetjes zitten ademloos te luisteren). En nu eet ik dus geen medebewoners meer maar bessen op beukennootjesbrood, gebakken paddenstoelen en noten.
Geitje 2: En havermelk.
Wolf: En havermelk.
Big Bruno: Okee… goed verhaal.
Big Britt: Wel een beetje apart.
Wolf: En ik wil mijn haar in en knotje, denken jullie dat dat staat?
Big Becky: Ik weet niet joh, probeer het gewoon! / Wij zijn op weg naar het kasteel van de Koningin.
Geitje 3: Om haar te stoppen zeker?!
Geitje 2: Die bomenmoordenaar!
Wolf: Gaan jullie haar stoppen?
Big Britt: Welnee we willen Merlijn even lenen. Zodat ie ons kan terugtoveren.
Geitje 1: En dán gaan jullie haar stoppen zeker?
Big Becky: Nou ehm ze heeft een leger en is echt gemeen, we dachten ongezien weer weg te sneaken…. Eigenlijk.
Wolf: Maar ze vernietigt het bos…
Big Bruno: Wij zijn maar biggetjes lui…
Geitje 4: (poot op schouder, met medelijden) Zijn jullie lui… ?
Big Bruno: Ehm … (kijkt naar de andere twee biggetjes die halen hun schouders op) Weet je we gaan ons best doen oké?
GEITJES: Juichen!
Big Britt: Jullie juichen wel wat vroeg.
Geitje 2: Jullie kunnen dat!
Wolf: We vertrouwen op jullie, zet ‘m op! (Muziek: Biggen kijken beteuterd). Ik ga wel met jullie mee.