Jubileumscene Alice in Wonderland

Muis: (niet gemeend) Jammer dus dat je de verkeerde Alice bent, (blij) nou moet ik Onderland bevrijden.

Alice: Hoe kan ik de verkeerde Alice zijn als dit mijn droom is? En (tot de Twiedels trekt gezicht) wie zijn jullie ook alweer?

Twiedeldie: Ik ben Twiedeldie en hij is Twiedeldom.

Twiedeldom: Nee, ik ben Twiedeldom, hij Twiedeldie.

Dr Ciska de Wit: Het zijn Tweelingbroers.

Alice: (lacht) Dat kan niet.

Absolem: Waarom kan dat niet?

Twiedeldie: En hoe weet jij dat?

Alice: Jullie zien er anders uit (Tweeling bekijken elkaar, dan naar hun kleding die uiteraard hetzelfde is. Dan kijken ze naar Alice).

Twiedeldom: Ik zie je probleem…

Twiedeldom: Niet. Nu weet ik zeker dat je de Alice niet bent, zij zag namelijk ook nooit problemen.

Twiedeldie: Daar heb je een punt, broer. 1-0 voor Twiedeldie.

Twiedeldom: Ehm, dat ben ik niet.

Twiedeldie: 2-0 voor Twiedeldie.

Twiedeldom: Jij bent Twiedeldie.

Twiedeldie: Yeah, bam! 2-0 voor mij!! Bedankt, man.

Twiedeldom: Graag gedaan (kijkt naar Alice). Pff, oplichter. Zegt dat ze Alice is.

Twiedeldie: (teleurgesteld, tot Alice) En ik wist zeker dat jij het was.

Alice: Wacht eens even, dit is mijn droom. Ik word nu wakker en dan zijn jullie weg (sluit de ogen, knijpt zichzelf, iedereen verbaasd, opent de ogen, een paar zwaaien). Vreemd. Meestal helpt knijpen meteen.

Muis: (trekt zwaard, behulpzaam) Ik kan je prikken als je wil.

Alice: Okee, goed plan.

Muis: Met alle genoegen (wil steken, Hoedenmaker komt R op en staat naast Alice als zij zich omdraait).

Hoedenmaker: (rustig) Boeh. (Alice gilt, de Hoedenmaker gilt met veel plezier mee. Alice stopt, de hoedenmaker ook).

Alice: Dat is niet netjes.

Hoedenmaker: Wat is niet netjes.

Alice: Iemand zo te laten schrikken.

Hoedenmaker: Hoe te laten schrikken.

Alice: Ehm, zo: Boeh. Wie bent u?

Hoedenmaker: Dat is een filosofische vraag. Mag Muis nog prikken?

Alice: Nu niet.

Muis: Niet eerlijk (verveeld). Dit is de Hoedenmaker. Hij maakt hoeden.

Alice: (kijkt naar de hoed van de Hoedenmaker) Gekke hoeden?

Hoedenmaker: Aha! Vanaf nu noem ik mij de Gekke Hoedenmaker (krijgt applaus, hij buigt).

Alice: Jullie zijn raar.

Absolem: En jij bent… (denkt na) Wie ben jij dan wél?

Alice: Ik ben Alice (iedereen kijkt bedenkelijk met geluid).

Absolem: Jij lijkt niet veel op Alice, meisje. Alice is…

Muis: Kleiner.

Dodo Dora: (komt op een idee) En Alice wil niet weg.

Hoedenmaker: (bekijkt haar) Was Alice ook niet moediger? (tot de anderen) Was Alice niet ‘de Bevrijder’? (instemming).

Absolem: Weet je het zeker, kind?

Alice: Nee eigenlijk niet.

Twiedeldom: (met medelijden) Komt het door je lengte?

Alice: Wat is er mis met mijn lengte?

Twiedeldom: Je verandert steeds van lengte.

Alice: Dat is waar. En heel verwarrend.

Absolem: Ben je tevreden?

Alice: Ik zou wel wat … groter willen zijn? Denk ik? Ik bedoel: Ben jij nou een grote rups (tot Hoedenmaker) of ben ik heel klein? Hoe kan ik tevreden zijn met mijn lengte als ik niet weet wat normaal is.

Hoedenmaker: Ik weet wat normaal is!

Dr Ciska de Wit: Ja klopt!! Ik vind jou normaal.

Hoedenmaker: Is dat beledigend bedoeld?

Muis: Wie wil er nou normaal zijn? Luister Foute Alice, sinds jij weg bent..

Alice: Maar ik ben niet weg.

Muis: Nou en. Sinds jij weg bent ben ik de Bevrijder. Ik ga de Draak doden! (staat heldhaftig).

Absolem: Maar muizig pluizebeest… Zo staat het er niet.

Muis: (kijkt in het Oraculum, dan naar Absolem) Nou en!

Dr Ciska de Wit: ‘Nou en’ is niet het antwoord op alles, Muis.

Muis: (kijkt boos) Nou en (Dr de Wit wil ademhalen, Muis reageert snel en wijst daarbij) Nou en!
Soundnr 2.4
Licht: J
(Muziek: trompetten, paniek! Iedereen rent door elkaar om te vluchten. Absolem R af: Medewerker: snelle wissel naar Vladder. Alice en Hoedenmaker blijven naast elkaar staan. Medewerker: Twiedeldie en Twiedeldom doen bakkersmuts op).

Alice: Wat gebeurt er?

Hoedenmaker: (rustig) Zie je dat dan niet? Paniek.

Alice: Waarom?!

Hoedenmaker: ‘Zij’ gaat uit wandelen.

Dodo Dora: (hysterisch fladderend) De koningin! Red mij!

Alice: (blij) De Koningin?

Hoedenmaker: Kom! (trekt Alice mee R af. Het leger van hartenkaarten – dansers of figuranten- komt L opgemarcheerd, bij voorkeur met een wapen in de hand. Ze gaan staan, kijken tegelijkertijd naar L, daar komt de Hartenkoningin op: Groothoofdig, of in ieder geval Grootharig).

Hartenkoningin: En, hebben we er een? Ze zijn snel, die verzetslui. Maar het is geen lui verzet (blij met zichzelf) Ik ben in een poëtische bui (streng). Iemand heeft drie taartjes gestolen (tot Hartensoldaat 1) Heb jij ze gestolen?

Hartensoldaat 1: Nee, Majesteit.

Hartenkoningin: Jij?

Hartensoldaat 2: Nee, Majesteit.

Hartenkoningin: Bakkies! (Twiedeldom en Twiedeldie met koksmuts op).

Twiedeldie: U riep majesteitelijk, oh hare Mayo.

Twiedeldom: We hoorden u van ver, grote Hoofdharigheid.

Twiedeldie: Hare Groothoofdigheid.

Hartenkoningin: Jullie maken gebakjes die steeds worden gestolen.

Twiedeldom: Onze excuses, Hare Zoetigheid.

Terror: (worstelt R half AF met Dodo) Majesteit?

Hartenkoningin: Ja, Terror?

Terror: We hebben een (kijkt) grote kip te pakken (af) Auw!

Hartenkoningin: Ah mooi! Problemen?

Terror: Nee hoor.

Hartenkoningin: Mooi, breng het hier! (Terror brengt de Dodo op). Terug naar m’n lieve Bakkies. De taartjes worden gepikt, en dit is niet de eerste keer.

Twiedeldie: Wat kunnen we zeggen? Ze zijn te lekker om te laten staan (doet high five, zien dat de Hartenkoningin boos is en houden hun hoofd vast). Laat ons hoofd eraan alstublieft.

Twiedeldom: We zijn er erg aan gehecht.

Hartenkoningin: Ik ben niet gek, als ik jullie vermoord moet ik andere Bakkies vinden. En andere Bakkies maken andere gebakkies.

Terror: Die minder lekker zijn. Dus die worden niet gestolen (Dodo worstelt) Stil jij. Majesteit, ik zeg…

Hartenkoningin: Jij zegt niks, Terror (ziet Dora, grijnst). Wie hebben we hier? (Dora is bang. Hartenkoningin loopt om haar heen) Wat is jouw naam?

Dodo Dora: (stottert) Do-do-Do-ra

Hartenkoningin: (hooghartig) En, Dodo Dora, heb jij misschien mijn taartjes gepikt?

Dodo Dora: (twijfelend, schudt hoofd) Nee, Hoogheid…

Hartenkoningin: (kijkt haar aan) Vogelbeest….

Dodo Dora: (voorzichtig) Ja… Hoogheid?

Hartenkoningin: Mag je liegen tegen je koningin?

Dodo Dora: N-nee… Hoogheid…

Hartenkoningin: (haalt vinger langs Dora’s snavel en stopt die in haar mond) Friemelbessensaus! (Twiedeldom en Twiedeldie schrikken, Hartenkoningin kijkt Dora woest aan, haalt diep adem) ERAF MET HAAR HOOFD!!

Dodo Dora: (smeekt) Majesteit alstublieft, ik zal uitsterven….

Hartenkoningin: Vuile (wijst) stinkkip!

Dodo Dora: Ik had zo’n honger… genade!

Hartenkoningin: (woest) Ik weet niet wat dat woord betekent!

Terror: Yes! Ik mag ik mag ik mag. Mijn beurt!! Hou haar vast (Soldatenfiguranten houden Dodo vast. Heft zwaard dan is ze afgeleid want ziet het Oraculum liggen) Majesteit, een document…

Hartenkoningin: Wat is het, zeg op!

Twiedeldie: Niet het Oraculum!

Twiedeldom: (tot broer) Wauw, dat was dom.

Hartenkoningin: Wat is een Oraculum!

Terror: Een voorspelling, majesteit (Loopt er naartoe, Koningin loopt mee. Terror herkent Alice) HEE, dat is Alice…

Hartenkoningin: Ik ben niet blind. Wat doet ze in Onderland? (kijkt Terror aan, knijpt met haar ogen) Is ze in Onderland? (kijkt – verdrietig) Wat doet ze met mijn draak? Wat doet ze met Drempeltje?

Terror: (kijkt, neutraal) Ze onthoofdt hem, majesteit…

Soundnr 3.1 NA ik ben niet blind LATEN LOPEN = ook scene-wisselmuziek
Hartenkoningin: Ik ben niet blind! (muziek, loopt naar midden-voor)

Terror: Dit kan niet kloppen, niemand kan de draak verslaan! Aan de andere kant: waarom niet? Het is maar een domme voorspelling, die komen bijna nooit uit.

Hartenkoningin: Vind het kind, zodat ik haar van haar drukke hoofd kan bevrijden… (tot zichzelf) Als Alice terug is in Onderland dan moet ze zo snel mogelijk weg (tot de rest). Vind haaaaar!!!!!

[Muziek. Terror rent L af, Hartenkoningin zucht, Terror rent weer op om Dodo op te halen. Dodo Dora wordt piepend mee L af genomen. Medewerker L: Dodo snelle wissel tot Vlinder].

Comments are closed.