Naam (verplicht)

Je Email (verplicht)

1: Start van het verhaal.
Mensen in het huis openen het stuk. Ze bereiden het diner voor of iig het weekend. We zien daar wat verhoudingen maar nog geen mysterie.
Personages worden geïntroduceerd, familiebanden of andere banden worden duidelijk. Bijvoorbeeld: welke personages horen bij elkaar qua vriendschap? Het is fijn als het hoofd van de familie (man of vrouw) niet de meest aangename persoon is of juist in de communicatie aangenaam maar iedereen toch bang (dat je als publiek denkt wtf is er aan de hand?)

Vraag 1: Welke werkwoorden zitten er in de start van het verhaal? Wat doen ze?

Vraag 2: Wat is juist onlogisch, out of the box, weird? Hobbys, beroepen, gerechten, voedselintoleranties? Cadeaus enz.

2: Het kernverhaal start. Groepjes binnen de familie: tieners, volwassenen, grootouders… publiek merkt wat van de spanningen en verhoudingen. Misschien komt in scene 2 nog een gast aan? En heeft diegene iemand meegebracht? Wie?
Iets roept nare herinneringen op, er kan gedoe ontstaan? Misschien een cadeau dat wordt geopend maar niemand weet wie het heeft neergelegd, maar het cadeau verwijst naar een nare gebeurtenis van vroeger?

Vraag 3: Wat kan er ooit gebeurd zijn waardoor een familie voor altijd een probleemfamilie is? Waarschijnlijk met kerstmis zoveel jaar geleden?

! Dit kan met videoflitsen getoond worden zonder weg te geven wat er echt is gebeuren en wie heeft welke rol daarin speelde.

3: Iemand verbiedt het erover te hebben. Het diner begint met een voorgerecht, er wordt wijn gedronken, herinneringen opgehaald, er worden pakjes uitgepakt.

Vraag 4: Wat zijn echt ongepaste gênante cadeautjes? Of gemene cadeautjes?

4: Kerst karaoke, dronkenschap van een paar familieleden, frustraties lopen op. Het plot ontvouwt zich, iemand stikt in iets er wordt heimlich greep en veel gedoe, het lijkt me leuk dat als alles in orde is iemand anders dood blijft liggen of zo.
De slang op de plee is ook echt grappig.
Er worden beschuldigingen gedaan, de ‘gast van buitenaf’ wordt beschuldigd. iets van vroeger wordt benoemd,

5: Jaaa flashback! Iedereen is jonger (dus ook de dode) er wordt info gegeven.
Vraag 5: Wat kan er gebeurd zijn in het verleden waardoor iemand zo boos is dat hij een familielid zou willen vermoorden?

Vraag 6: Wat zien we in de flashback?

(Gebeurt er een ongeluk? Is er toen ook sprake geweest van moord? Doen we hier een escaperoom?

6: ontknoping.
Vraag 7: Heb je een idee? Wie heeft het gedaan? Wie is de mysterie guest?

Vraag 8: Wat vind je dat sowieso in ons komende toneelstuk zou moeten zitten?

Vraag 9: Verder nog wensen, vragen of opmerkingen?

Δ